De grote en de kleine Mussekoning die je met carnaval ziet, dragen kleren zoals de leden van het mussengilde die vroeger ook aan hadden. Natuurlijk hebben ze een geweer bij zich. Hoe moeten ze op dinsdagavond met carnaval anders de mus in brand schieten?
In het gevolg van de Prins kom je naast de Nar, Jan Oorlog en de Mussekoning nog een figuur tegen: De Deftige Flodder. Over de Deftige Flodder valt een heleboel te vertellen, maar dat is best een moeilijk verhaal, waarvan niemand zeker weet of het ook echt gebeurd is. Zo’n verhaal noem je een legende. Het is trouwens ook een beetje eng… Want de Flodder is eigenlijk helemaal niet deftig!
Om te kunnen snappen wie of wat de Flodder is, gaan we weer even terug naar vroeger. Je moet weten dat er lang geleden geen lantaarnpalen op straat stonden. Dus als je ’s avonds of ’s nachts buiten liep, was het echt hartstikke donker. Als je niks kunt zien, dan schrik je heel gauw, dat begrijp je wel. Je hebt vast weleens onder je bed gekeken of er toevallig geen spook onder verstopt zat, omdat je een vreemd geluid hoorde! Ook als je iets gedaan hebt wat niet mag ben je veel sneller bang. Stel je nu eens voor dat je ergens een snoepje hebt gestolen en je moet in het donker terug naar huis. Dan voel je je al vlug niet meer zo stoer, of wel? Nee, dan ga je om je heen kijken of er niemand achter je aan komt!
Vroeger dachten de mensen dat ze op zo’n moment gepakt zouden worden door de Flodder. Er waren zelfs mensen die zeiden dat de Flodder hen ook echt besprongen had! De Flodder zou een groot, eng beest zijn, met glibberige kikkerpoten. Maar tegelijkertijd ook een soort spook, waar je nooit van kon winnen, omdat je het niet vast kon pakken. Op de voorkant van de Leutige Flodder, de speciale carnavalskrant van Strienestad, staat elk jaar een afbeelding van dit vreemde wezen. Of ie er echt zo uitzag, weet dus niemand.
Het zou natuurlijk niet gezellig zijn als er met carnaval zo’n eng beest of spook bij het gevolg van de Prins zat. Daarom hebben van de Flodder een deftige meneer gemaakt, met een mooi pak aan en een hoge hoed op z’n hoofd! Er is dus geen enkele reden om nog bang te zijn voor de Flodder.
Het complete gevolg van de Prins bestaat dus uit de Nar, Jan Oorlog, de Mussekoning en de Deftige Flodder. Dat zijn allemaal grote mensen. Als het geen carnaval is, werken zij gewoon, net als jullie vaders en moeders. En net zoals de kinderen van het jeugdgevolg gewoon op school zitten, als het geen carnaval is. Voor het jeugdgevolg worden elk jaar drie nieuwe kinderen gekozen. Dat gebeurt op het Snorrekusbal. Die kinderen mogen dan twee keer carnaval vieren als Prinsje, Narreke, Jantje Oorlog, Mussekoninkje, Deftig Floddertje of Leutvrouwke.
